vrijdag, januari 27, 2006

De verhuisoffertes

Zo, alle offertes zijn nu binnen en één ding is wel duidelijk: we gaan doe-het-zelven. De prijzen voor een compleet verzorgde verhuizing (incl. demonteren meubels, inpakken, laden en lossen) kwamen op € 7.658,- bij Passies en € 6.265,- bij De Gruijter. Die laatste prijs viel me reuze mee en was beslist lager dan ik had verwacht, maar nog altijd een kleine € 3.000,- duurder dan de goedkoopste doe-het-zelf optie. Die kwam uiteindelijk bij Online Shipping uit op € 3.450,-. Dat is dan de variant waarbij de container met trailer en al 4 dagen bij ons voor de deur blijft staan, zodat we op ons gemak kunnen inladen. Al deze prijzen zijn exclusief verzekering (1 à 2% van de waarde van de lading), die overigens alleen uitkeert wanneer de hele container in de Atlantische Oceaan verdwijnt. Als er onderweg iets beschadigt, is dat voor eigen risico. Verder moet ik bij het doe-het-zelf scenario natuurlijk nog wel zelf het verpakkingsmateriaal kopen, maar dat zal hooguit een paar honderd euro zijn. Komende week zal ik dus Online Shipping opdracht geven om de container op vrijdag 21 april af te leveren en op maandag 24 april weer op te halen voor verscheping. Wie dat weekend nog niets te doen heeft, kan zich via de commentaarfunctie van deze weblog aanmelden om te komen sjouwen. :-)

Gisteren was ik trouwens nog even bezig met allerlei verzekeringspolissen, onder andere om onze doorlopende reis- en annuleringsverzekering op te zeggen. Daarbij kwam ik ook nog een hele oude levensverzekering tegen. Het ding was afgesloten door mijn ouders kort na mijn geboorte en 30 jaar lang betaalden zij jaarlijks 16 gulden en 70 cent. Bij mijn overlijden zou de polis dan de lieve som van 1.000 gulden uitkeren (en nee, dat zegt niks over wat ik waard ben). Zulk soort polissen waren vroeger gebruikelijk als een soort begrafenisverzekering, maar ja, met alle inflatie heb je daar natuurlijk weinig meer aan. Van die paar honderd euro kun je tegenwoordig net de koffie en de cake na de uitvaartplechtigheid betalen. Kortom, ik ga dus kijken of ik het geld nu kan opstrijken zonder al te veel bijkomende kosten. Het is alleen wel even uitzoeken waar ik moet zijn. De oorspronkelijke verzekeraar is ooit overgenomen door Aegon, dus ik neem aan dat de polis daar nog steeds loopt. De tussenpersoon met wie in 1998 voor het laatst contact is geweest, bestaat inmiddels al lang niet meer. Dus heb ik maar een mailtje naar Aegon gestuurd. Nu maar afwachten.

woensdag, januari 25, 2006

M'n eerste sollicitatie

Eigenlijk had ik nog even willen wachten met solliciteren, aangezien ik immers pas vanaf pakweg 1 mei beschikbaar ben voor een baan in de States. Maar soms moet je gewoon de kansen grijpen als ze zich aandienen. En zeker wanneer je vrouw dat vindt. Niet geschoten is altijd mis.

Ik ben al een tijdje aan het rondkijken op Monsterboard voor interessante vacatures die enigszins aansluiten bij mijn achtergrond, liefst in de omgeving van Raleigh. Sinds gisteren heb ik op Monsterboard ook een 'job search agent' draaien; een handig programmaatje dat mij elke dag een mailtje stuurt met nieuwe vacatures die voldoen aan door mij opgegeven kenmerken. En in het allereerste mailtje dat ik op deze manier binnenkreeg stond gelijk een vacature die zeg maar mijn naam uitschreeuwde. Ik heb ruimschoots alle ervaring die men hebben wil; ervaring die bovendien in Amerika nog zeer schaars is. Het enige nadeel is dat het niet in de buurt van Raleigh is, maar ..... het is wel heel dicht in de buurt van Christines ouders. En als beginnetje zou dat niet verkeerd zijn; hoe eerder ik werk en inkomen heb zekergesteld, hoe prettiger dat is. Daarna zien we wel weer verder. Voor de nieuwsgierige kenners: het ging om een vacature voor een Project Manager Service Level Management bij de centrale IT-afdeling van Lowe's in North Wilkesboro, NC. Lowe's is zeg maar een Amerikaanse Gamma, maar dan stukken groter, met zo'n 1000 winkels in de USA en een omzet van meer dan 35 miljard dollar. Best een interessante werkgever dus en voor 1 promille van die omzet wil ik daar best wel een jaartje werken, misschien zelfs wel twee jaar!

Ook een tweede ijzer heb ik inmiddels in het vuur, nou ja, bijna dan. Duke University, één van de grotere prestigieuze universiteiten in Amerika, zoekt een Director of Information Technology. Daar heb ik wel oren naar, zeker aangezien ook de locatie goed is: in Durham, een grote stad dicht bij Raleigh. Bovendien is het een goede werkgever met uitstekende arbeidsvoorwaarden. Het gevraagde profiel sluit redelijk aan bij mijn CV, dus er zijn zeker kansen. De vacature staat al erg lang open, dus ik wil eerst even checken of dat nog wel klopt. Ook moet ik even kijken hoe ik daar elektronisch kan solliciteren. Hun sollicitatiewebsite verlangt namelijk een Social Security Number (SSN) - het Amerikaanse SoFi-nummer - en dat heb ik nog niet. Daar heb ik ze gelijk maar een vraag over gestuurd.

Het is trouwens best wel weer vreemd voor mij om een baan te moeten zoeken. De enige keer dat ik dat eigenlijk heb hoeven doen was in 1988 voor mijn eerste baan. Daarna werd ik eigenlijk altijd gevraagd voor een andere job en was de sollicitatie slechts een formaliteit. Het voelt in ieder geval goed om nu al wat vacatures tegen te komen die de moeite waard zijn en waar ik op zich een kans zou moeten maken. Wat trouwens opvalt, is dat je bij heel veel grote organisaties uitsluitend via hun website kunt solliciteren. Ze hebben daarvoor allemaal hun eigen systeempjes ontwikkeld, die allemaal weer andere gegevens. Reuze handig voor een sollicitant ..... niet dus. Elke keer moet je alles weer opnieuw intikken en telkens is de indeling van een CV weer anders. Maar ja, je moet er wat voor over hebben. De vervelendste vraag die je bij die on-line sollicitaties veel tegenkomt, is de vraag wat voor salaris je wilt hebben. Die vraag kun je eigenlijk alleen maar fout beantwoorden. Mik je te hoog, dan ben je te duur en lig je er bij de eerste selectie al uit. Mik je te laag en je krijgt de baan, dan zal het lastig zijn om alsnog een hoger salaris te bedingen en ben je dus een dief van je eigen portemonnaie geweest. Sowieso vind ik het moeilijk te bedenken wat een gangbaar salaris is bij een bepaalde functie in een bepaald gebied in Amerika. De situatie is heel anders dan in Nederland, dus je kunt een Nederlands salaris niet zomaar herleiden naar een Amerikaans salaris.

Toevallig ontving ik vandaag van mijn huidige werkgever ook al mijn getuigschrift, of liever, een Letter of Reference, keurig in het Engels. Het is een mooie brief vol aanprijzingen. Daar kan ik dus goed gebruik van maken wanneer men om referenties vraagt. Al met al ben ik zo dus vol goede moed begonnen aan The Big Job Hunt. Wordt vervolgd ...

zondag, januari 22, 2006

Weer een stapje verder

Gisteren viel er weer een brief van het Amerikaanse consulaat op de deurmat. Het was de uitnodiging voor het afrondende gesprek van de visumprocedure op 23 februari. Dit betekent in ieder geval dat de hele papierwinkel tot dusver in orde was. Dat mag ook wel, want ik had het goed voorbereid en alles zorgvuldig ingevuld. Ze vragen je echt het hemd van het lijf in al die formulieren en veel dingen moet je meerdere keren invullen. De bureaucratie straalt er vanaf, maar ja, je moet er wat voor over hebben, hè? Voorafgaand aan het eindgesprek moet ik nog wel even door de medische keuring. Ik word dan helemaal binnenstebuiten gekeerd, inclusief een röntgenfoto van m'n longen, om te kijken of ik niets besmettelijks onder de leden heb. TBC, AIDS, hepatitis, sifilis, builenpest en noem maar op. Alleen op vogelgriep wordt volgens mij nog niet getest. Gelukkig ben ik prima gezond, dus ik maak me nergens zorgen over. Het enige wat minder plezant is, is dat ik in ieder geval nog een vaccinatie moet krijgen, namelijk voor BMR (bof, mazelen en rode hond). Die is verplicht en heb ik vrijwel zeker nooit gehad. Ik ben geen fan van spuitjes. De andere spuitjes (DTP: difterie, tetanus en polio) heb ik gelukkig een paar jaar geleden al gehad voor reizen naar Thailand en Egypte. Inmiddels is ook duidelijk wat het hele visumgebeuren gaat kosten:
  • $ 190 voor het indienen van de aanvraag
  • € 155 voor de medische keuring
  • € 50 voor de röntgenfoto
  • $ 380 voor de verstrekking van het visum

Daar komen dan ook nog een paar tientjes bij voor de BMR-prik en voor diverse pasfoto's die aan speciale eisen moesten voldoen. Kortom, alles bij elkaar een slordige 800 euro, maar dan heb je ook wat.

De afgelopen dagen heb ik me ook met andere dingen beziggehouden. Om precies te zijn, het installeren van webcams en Skype, zowel op mijn laptop als op de PC van m'n vader. Zwager Eric was ons daarin al voorgegaan. Nu kunnen we dus gratis wereldwijd met elkaar bellen en elkaar ook live op het scherm zien. De techniek staat voor niks. Voor pa is het nog wel even wennen al die moderne snufjes, maar volgens mij begint ie het best leuk te vinden. Hij surft er lustig op los op het wereldwijde web en hij kan al niet meer zonder e-mail.

Christine is vandaag begonnen met het verkopen van allerlei spullen via Marktplaats. Daar hebben we de komende weken nog een dagtaak aan. Zowat alles waar een stekker aan zit gaat niet mee naar Amerika, verder nog diverse babyspullen waar de kids inmiddels uit zijn gegroeid, Christine's auto, tuinmeubilair en nog zo wat van die zaken. Totale uitverkoop dus. Het elektrisch gereedschap willen we aan Habitat for Humanity geven en allerlei andere spullen geven we hier in Zoetermeer aan de Pelgrimshoeve. Zo steunen we tenminste ook nog wat goede doelen; weggooien is zonde.

zondag, januari 15, 2006

Andere tijden: inspiratie voor de moderne emigrant

Al jaren ben ik actief bezig met familiegeschiedenis. Zowel voor mijn eigen familie als voor Christines familie ben ik min of meer vanzelf de archivaris van de familie geworden. Zodoende heb ik een aardige verzameling met foto's en documenten uit lang vervlogen tijden. Unieke, onvervangbare stukken waar ik heel zuinig op ben. Met mijn emigratie in het vooruitzicht heb ik mij voorgenomen om mijn hele familiearchief te scannen, om zo dit materiaal veilig te stellen en ook makkelijker te kunnen delen met familieleden. Een CD'tje met foto's is immers zo gebrand. Vandaag was ik weer vlijtig aan het scannen telkens wanneer de kinderen een dutje deden. Best leuk om al die dingen weer eens te zien. Achter elke foto zit wel een verhaal, soms zelfs een zeer toepasselijk verhaal voor mij als emigrant in spe.



Neem nou deze foto, gemaakt van een oud portret in olieverf. Het zijn Frank Balazs en Tresa Kovesdi op hun trouwdag 14 oktober 1912 in Toledo, Ohio. Frank en Tresa waren de opa en oma van vaderszijde van Joyce, mijn schoonmoeder. Frank was geboren als Ferencz Balász in het gehucht Beretke in Hongarije (tegenwoordig Bretka, behorend tot Slowakije) in 1883. Het was een straatarm gebied vol keuterboeren met weinig perspectief. Net als vele tienduizenden andere Hongaren besloot Frank als 24-jarige zijn geluk te beproeven in de Nieuwe Wereld: Amerika. Vanaf het dichtstbijzijnde station reisde hij samen met 10 dorpsgenoten per trein naar Hamburg. Daar ging hij op 8 maart 1907 aan boord van de S.S. Pennsylvania, een kolossaal stoomschip, met New York als bestemming. Hij verbleef zoals de meeste van de circa 2.500 passagiers in 'steerage', de bedompte ruimte onder het dek met slechts primitieve voorzieningen en al helemaal geen eigen hut. Na een reis van 15 dagen arriveerde hij op Ellis Island, het eiland voor de kust van Manhattan waar alle immigranten in die jaren New York binnen kwamen. Pas na uitgebreide controle van hun papieren en hun gezondheid werden de nieuwkomers op het vaste land toegelaten.



Ferencz had bij aankomst 5 dollar op zak en nam de trein naar Toledo in Ohio. Rond 1900 was daar de staalindustrie in opkomst geraakt, een trekpleister voor vele immigranten, vooral ook uit Hongarije. Er begon zich daar een hele Hongaarse buurt af te tekenen. Ferencz, in Amerika al spoedig Frank genoemd, trok eerst in bij zijn vriend Andrew Kovesdi, die al in 1900 vanuit Beretke naar Amerika was vertrokken. Niet lang daarna huurde Frank een kamer bij Stephen Kovesdi, de broer van Andrew. Van het een kwam het ander en in 1912 trouwde Frank met Tresa (oorspronkelijk Terézia Kövesdi), de pas 15 jaar (!) oude dochter van zijn huisbaas. Tresa was als klein meisje met haar moeder naar Amerika gekomen; haar vader was al enkele jaren eerder afgereisd om voor de overtocht van de rest van zijn gezin te sparen.

Het moeten zware tijden zijn geweest voor deze immigranten onderaan de sociale ladder, sappelen voor hun bestaan. Vele jaren werkte Frank in de staalfabrieken van Maumee Malleable Castings in Toledo, smerig en zwaar werk. In de jaren '20 begon hij een uienkwekerij van 16 hectare in Angola, Indiana. Kennelijk zonder veel succes, want hij keerde terug naar zijn oude werkgever in Toledo en sloot daarna zijn loopbaan af als vrachtwagenchauffeur. Wie vandaag de dag in Toledo rondloopt, vindt daar nog steeds de Hongaarse buurt, waar Frank en Tresa woonden. De buurt is zeker niet meer zo Hongaars als toen, maar de namen op diverse winkelpuien en de tweetalige borden bij de katholieke en de lutherse kerk verraden het verleden. En niet te vergeten Tony Packo's Cafe dat dankzij de TV-serie M*A*S*H beroemd werd voor zijn Hongaarse hot dogs. Het is een buurt met nostalgie, waaraan het harde bestaan van al die Hongaarse gelukzoekers nauwelijks meer is af te lezen. En ondanks dat, waren ze beter af dan in hun geboorteland. Hoe bescheiden ook, hebben velen hun American Dream waargemaakt.

Een heel verhaal dus bij elkaar achter die foto van Frank en Tresa, de opa en oma van Joyce. En wat een verschil met onze verhuizing over enkele maanden. Dat waren beslist andere tijden. Geen vliegtuig waarmee je binnen aan halve dag op de plaats van bestemming bent, maar twee weken afzien op een boot. Geen zeecontainer met een complete inboedel, maar slechts de kleren die je aan hebt en misschien een flinke koffer. Geen goedgevulde bankrekening, maar een schamele 5 dollar. Geen telefoon, e-mail en weblog om nauw contact te houden met het thuisfront. Geen geld en verlofdagen om nog eens even op bezoek te gaan bij je familie. Wat heb ik het straks eigenlijk makkelijk ...

donderdag, januari 12, 2006

De eerste offerte is binnen

De eerste offerte voor de verhuizing is binnen. Ik heb bij vier bedrijven offerte aangevraagd. Bij Koninklijke De Gruyter & Co (dat klinkt wel sjiek) en Passies voor een volledig verzorgde verhuizing en bij Transpack en Online Shipping voor een doe-het-zelf verhuizing. Bij een volledig verzorgde verhuizing hoeven we niks te doen. Dan kunnen we gewoon in de luie stoel gaan zitten terwijl de verhuizers alles inpakken, inladen en de hele papierwinkel verzorgen. Wel moeten we dan op tijd uit de luie stoel opstaan, anders worden we zelf ook ingepakt en per container verscheept. In het doe-het-zelf scenario wordt er een zeecontainer voorgereden, die we zelf moeten inladen en waarbij we een gedetailleerde inventarislijst moeten opstellen. De expediteur zorgt vervolgens voor het vervoer naar de eindbestemming (in ons geval een opslagplaats in Statesville, NC) en regelt de douaneformaliteiten aan de hand van onze inventaris. We kunnen daarbij nog wel kiezen of de container op de vrachtwagen blijft staan (waarbij we 2 uur de tijd hebben om die vol te proppen, anders moet er geld bij) of dat we de container één of meer dagen bij ons op de stoep laten staan en op ons gemakkie alles erin zetten en oceaanbestendig vastsjorren. Deze laatste optie kost wat meer, maar is wellicht wat praktischer.


Maar goed, ik zou het over de eerste offerte hebben. Die kwam vandaag van Online Shipping. Als ik alle posten op hun begroting bij elkaar veeg dan zullen we bij hun voor het transport van deur tot deur zo tussen de 3.000 en 3.500 euro kwijt zijn, afhankelijk van welke optie we kiezen met het laden en lossen van de container. Dit is dan voor een 20 voet container (ongeveer 35 kubieke meter) die we helemaal vol mogen stouwen en inclusief verzekering van de lading tijdens het transport. Dit lijkt me redelijk en is wel een beetje wat ik had ingeschat. Ik ben zeer benieuwd waar de offertes van de verhuizers op uit zullen komen, maar ik vermoed dat dat toch wel gauw 2 1/2 keer zo duur zal zijn. En als dat zo is dan denk ik dat we toch maar gaan doe-het-zelven.


Moeten we het goederenvervoer dus nog helemaal regelen, het personenvervoer is zo goed als rond. Christine heeft tickets geboekt voor ons viertjes bij Delta Airlines. Op maandag 10 april vliegen we eerst van Amsterdam naar Cincinnati, Ohio, de stad waar ooit Jerry Springer burgemeester was. Een betere entree als immigrant in Amerika kun je je toch niet wensen. Vervolgens vliegen we door naar Charlotte, NC, een goed uur rijden bij Christines ouders vandaan. Gelukkig konden we gebruik maken van de frequent flyer miles die we in de voorbije jaren bij Delta hebben verdiend, zodat 2 van de 4 tickets gratis zijn. En da's heel prettig, zeker aangezien we gewoon retourtjes moesten kopen in plaats van enkeltjes, want die zijn of niet verkrijgbaar, of minstens zo duur als een retourtje. Wat ook heel prettig is, is dat Joyce (Christines moeder) op 5 april in Nederland aankomt en op 10 april weer met ons mee terug vliegt. Ze komt ons helpen, vooral tijdens de reis wanneer we de handen vol hebben aan onze beide boefjes en het gezeul met de bagage tijdens de overstap op Cincinnatti. Met 3 volwassenen moeten we dan 10 koffers en reistassen, een dubbelbrede buggy met de kids, 3 handbagagekoffers, 2 luiertassen en een kennel met de hond door de douane loodsen. De handtasjes van de dames reken ik dan nog niet eens mee.

Overigens blijf ik in eerste instantie niet lang in Amerika. Na pakweg een week vlieg ik weer naar Nederland om hier de verhuizing van de inboedel te regelen, nog wat andere zaken af te handelen en misschien nog wat leuke dingen te doen. Eind april ga ik dan weer naar de States om aan het echte immigrantenleven te beginnen. Het ticket voor die trip moeten we nog bestellen.

woensdag, januari 11, 2006

Het avontuur gaat beginnen ...

Toen Christine in juni 1999 van Amerika naar Nederland kwam, wisten we het al. Eens zouden we ons in Amerika gaan vestigen, over een jaar of 5 of zo. Het werd iets langer, maar nu is het dan bijna zover. Sinds 4 januari staat er bij ons een bord met 'verkocht' in de tuin voor ons huis. Het laatste obstakel dat ons vertrek naar Amerika nog in de weg stond is daarmee definitief weggeruimd. De voorbereidingen zijn inmiddels in volle gang. Onze banen zijn opgezegd, mijn visum is aangevraagd, de vliegtickets zijn geboekt, offertes voor de verscheping van ons hele hebben en houden zijn aangevraagd en de eerste verhuisdozen zijn ingepakt met kerstversiering en halloweenspulletjes.

En nu dan deze blog. Een plekje op het wereldwijde web om de leuke en minder leuke belevenissen, gebeurtenissen en overdenkingen rond onze emigratie en ons nieuwe leven in Amerika een beetje bij te houden. Voor familie, bekenden en geïnteresseerde toevallige voorbijgangers, maar ook een beetje voor onszelf, om later nog eens terug te lezen. Een dagboek zal het wel niet worden, maar toch hoop ik er minstens eens per week een berichtje te plaatsen, soms misschien wel iets vaker als er veel te melden valt. Zolang als ik er gelegenheid voor heb en zin in heb.

Het is best nog een gek idee, nog een beetje onwerkelijk. Na 35 jaar Zoetermeer, waar ik als peuter naartoe verhuisde, verhuis ik nu met Christine, onze tweeling Emily en Matthew en hond Sammy naar de USA. Het land van Hollywood, cowboys, dollars, McDonalds, Coca Cola, The American Dream en oh ja, tot 2008 ook van George Bush. Een prachtig land met veel ruimte, natuurschoon en immense steden. Een land ook met een grote kloof tussen arm en rijk, wapenbezit als grondwettelijk recht en een begrotingstekort van hier tot Tokio. Een land waar de belastingen aangenaam laag zijn, de mensen zich nog excuseren als ze tegen je aan lopen in de supermarkt en waar je niet hutje mutje op elkaar hoeft te wonen. Maar ook een land waar je goed voor je zelf moet zorgen - vooral voor tijden waarin het minder goed gaat - bij gebrek aan een comfortabel sociaal vangnet zoals in de Nederlandse verzorgingsstaat. In 1993 bezocht ik Amerika voor het eerst en dat beviel uitstekend. Maar straks ga ik er naartoe als 'permanent resident' en niet meer als toerist. Dat is toch net even anders, spannender, even wennen.

Nou is Amerika een groot land, zelfs groter dan heel Europa. Laat ik dus iets preciezer zijn over onze bestemming. We gaan naar North Carolina (NC), de staat waar Christine vanaf haar twaalfde heeft gewoond. De exacte locatie hangt af van mijn baan (daar ga ik binnenkort naar op zoek), maar we mikken op de omgeving van Raleigh, de hoofdstad van de staat. In eerste instantie hebben we onderdak bij Christines ouders, ongeveer 2 1/2 uur rijden ten westen van Raleigh, en gaat onze inboedel naar een opslagplaats in de buurt. Zodra ik dan werk heb, gaan we op zoek naar een nieuw adres. Best wel een beetje een avontuur dus, maar we hebben er vertrouwen in. Wie bereid is z'n mouwen op te stropen en aan te pakken - en dat zijn wij - komt er wel in Amerika.