woensdag, mei 31, 2006

Lekker luieren en zwaar zwoegen

Het was heerlijk. Even lekker een lang weekend weg naar de prachtige Great Smokey Mountains aan de westelijke rand van North Carolina. We hadden een huisje gehuurd in het Twin Brook Resort in Maggie Valley, omring door reusachtige bomen en metershoge rhododendrons. Een snelstromend beekje pal voor de veranda zorgde daarbij voor het nodige rustgevende achtergrondgeluid. Het was behoorlijk druk in Maggie Valley, mede door twee evenementen voor berijders van Harley Davidsons en Chevrolet Corvettes. Maar ook talloze andere Amerikanen waren er dit weekend op uit gegaan. Maandag was het hier namelijk Memorial Day, de dag waarop gevallenen uit de diverse oorlogen worden geëerd en dat is voor de meeste mensen een vrije dag.


Zaterdag brachten we een bezoekje aan Waynesville, een ietwat artistiek dorpje met allerlei leuke winkeltjes, gevolgd door een ritje over de Blue Ridge Parkway, de prachtige bergweg door de Smokeys. Zondag gingen we naar Cherokee, het centrum van het reservaat van de gelijknamige Cherokee-indianen. Er is daar van alles te doen, allemaal heel toeristisch. Wij beperkten ons tot een bezoekje aan Oconaluftee Village, een soort openluchtmuseum over het leven van de Cherokees van zo'n 250 jaar geleden. Best leuk om te zien. Daarna opnieuw een stukje Blue Ridge Parkway gereden, ditmaal met een korte picknick. Het is een magnifiek groen landschap om doorheen te rijden. De bergen zijn hier doorgaans zo'n 1200 tot 1800 meter hoog en zijn dicht begroeid met loofbomen. Echt prachtig mooi.



Verder hebben we het lekker rustig aan gedaan en hebben Emily en Matthew de nodige tijd doorgebracht in de speeltuin van het resort. De rit van het huisje naar de speeltuin (en weer terug) ging per bolderkar. Dat was heerlijk ontspannen voor de beide boefjes alleen wat minder voor papa; heuvel op en heuvel af kun je goed voelen wanneer je zo'n vol beladen bolderkar moet trekken. Vlakbij het resort kwamen we nog een paar beren tegen, waarvan we er één hebben gekocht voor in onze toekomstige tuin. De beren waren door een lokale artiest geheel met een kettingzaag uit een stuk boomstam vervaardigd. De kids konden het beest ook wel waarderen en gaven hem de nodige knuffels op z'n snuit.



Maandag zijn we teruggekeerd naar Stony Point, want er was werk aan de winkel. De container met onze spullen zou namelijk de volgende dag arriveren bij onze opslagplaats in Statesville. Met de hulp van Jimmy (een vriend van Bill) en twee dagloners die ik bij een opvangcentrum voor daklozen had ingehuurd, hebben we het hele ding in goed anderhalf uur leeggehaald en alles in de opslagunit gepropt. Het was een zware klus, niet in de laatste plaats dankzij de meedogenloze zon die het kwik tot bijna 35 graden had opgestuwd (om maar te zwijgen van de temperatuur in de container). Het is beslist een prettig idee dat al onze spullen nu hier zijn in veilig in de opslag staan. Alleen het vooruitzicht dat we de hele zooi er binnenkort weer uit moeten halen om naar onze nieuwe residentie te verhuizen is wat minder, maar goed.

Vandaag gaan we op huizenjacht. We hebben 4 huurwoningen in de omgeving van Wilkesboro op het oog en gaan daar dus een kijkje nemen. Verder moet ik vandaag de hele papierwinkel voor m'n nieuwe baan bij Lowe's invullen. Alles is nu officieel en het wachten is nu nog slechts op het doorlopen van de diverse controles: antecedentenonderzoek, drugtest, en dergelijke. Het heeft beslist meer voeten in de aarde dan in Nederland om ergens in dienst te treden. Naar verwachting kan ik 12 juni aan het werk. Nog heel even een klein beetje vakantie dus.

woensdag, mei 24, 2006

Weer bijna aan de slag

Het werkloze tijdperk lijkt snel ten einde te komen. Zoals het er nu naar uitziet ga ik komende week aan het werk als Senior IT Operations Analyst bij Lowe's, de op één na grootste keten van bouwmarkten ter wereld (alleen HomeDepot is nog groter). Met meer dan 1250 winkels in de USA en Canada (elke 3 dagen komt er een vestiging bij), ongeveer 185.000 werknemers en een jaaromzet van ruim 35 miljard dollar is Lowe's beslist een groot bedrijf. Voor de Tweede Wereldoorlog begon Lowe's als een lokale handel in bouwmaterialen in North Wilkesboro, zo'n 40 minuten rijden ten noorden van ons huidige tijdelijke adres. Tot voor kort was het hoofdkantoor van Lowe's in North Wilkesboro gevestigd, maar inmiddels is er prachtige nieuwe campus in ontwikkeling (een deel is al klaar) in Mooresville, nabij Charlotte. Ook dat is hier ongeveer 40 minuten vandaan, maar dan in zuidelijke richting.

Vorige week dinsdag had ik dus mijn allereerste sollicitatiegesprek, geheel per telefoon. Dit was slechts een eerste selectie om wat nadere informatie over mijn ervaring te krijgen. Kort daarvoor was ik al ingefluisterd over de sollicitatieprocedure en het werken bij Lowe's door Ton, een andere Nederlander, die sinds vorige zomer met zijn Amerikaanse vrouw in North Wilkesboro woont en recent bij Lowe's in dienst is getreden. Ik was eind vorig jaar met zijn vrouw in contact gekomen via een internetforum waar Nederlands-Amerikaanse stellen ervaringen uitwisselen met de Amerikaanse visumprocedure en met het vestigen in de USA. De wereld is klein en Nederlanders kom je dus echt overal tegen. Toch handig dat internet.

De rest van de week bleef het nogal stil, al wist ik wel dat ik door was naar de volgende ronde. Afgelopen maandag kwam dan het verzoek of ik dinsdag kon komen opdraven voor een hele reeks gesprekken. Nou dat kon ik wel, want ik heb toch bijna niks te doen. Ik was de hele middag zoet met deze sollicitatie. Eerst drie opeenvolgende gesprekken met evenzoveel verschillende personen van de IT-afdeling in North Wilkesboro. Die verliepen allemaal positief en ik kon ze een goed beeld geven van mijn ervaring en inzichten. Daarna op naar het nieuwe hoofdkantoor in Mooresville voor een gesprek met een recruteur voor informatie over de arbeidsvoorwaarden. Die zijn naar Amerikaanse maatstaven heel behoorlijk met onder andere 10 vakantiedagen per jaar, een voor pakweg 65% door de zaak betaalde ziektekostenverzekering voor het hele gezin, 10% personeelskorting op alle producten in de winkels, een pensioenregeling en de mogelijkheid om aandelen in Lowe's te kopen met 15% korting. Over het salaris wilde hij nog geen details geven, maar al vanaf het eerste telefoongesprek was duidelijk geweest dat ik meer vroeg dan zij konden bieden. Ik ben ook zo hebberig ...

Vandaag had ik nog een telefonisch gesprek met de Vice President of IT die mij ook wel even persoonlijk wilde spreken en zeer geïnteresseerd was in de dingen die ik op mijn CV had staan. Deze hoge baas had tenminste ook de bevoegdheid om wat meer over het salaris te zeggen en gelukkig was het verschil met mijn salariswensen veel kleiner dan ik vooraf had verwacht op basis van de indrukken die men eerder had gegeven. Een paar uur later hing de recruteur aan de lijn met een concreet salarisvoorstel en een aantrekkelijk bonus bij indiensttreding. Yep, men wil mij duidelijk heel graag hebben en liefst snel. Ik moet alles nog officieel op papier krijgen zodra het geheel intern is goedgekeurd, maar dat lijkt nog slechts een formaliteit.

Christine en ik hebben gisteren en vandaag uiteraard veel gesproken over deze reële kans op een baan: doen we het of doen we het niet? North Wilkesboro is bepaald niet onze droombestemming. Het is een prachtig gebied, bosrijk en zeer heuvelachtig, maar de dorpjes stellen niks voor en zijn behoorlijk verwijderd van de grote steden, nog verder zelfs dan Stony Point waar we nu zitten. Nou is het gelukkig maar tijdelijk, want in 2008 gaat de IT-afdeling verhuizen naar het nieuwe onderkomen in Mooresville en dat is geen verkeerde locatie, al is het natuurlijk nog steeds geen Raleigh, de stad die toch wel onze voorkeur heeft. Wat wel plezierig is, is dat het maar 40 minuten van opa en oma verwijderd is en hooguit 20 minuten van Christine's broer en schoonzus. Zo valt er nog eens een oppas voor de kleintjes te regelen.

Financieel lijkt het allemaal best aantrekkelijk. Het salaris komt - afhankelijk van de dollarkoers die je hanteert - redelijk overeen met wat ik in Nederland verdiende, maar dan zonder lease-auto en uiteraard zonder de karrevracht aan vakantiedagen waar wij Hollanders zo aan zijn gewend. Daar staat tegenover dat het levensonderhoud in de omgeving van North Wilkesboro wat voordeliger is dan in de meer stedelijke gebieden. Ook het verdere loopbaanperspectief is gunstig. Niet alleen binnen Lowe's, maar ook daarbuiten. Ervaring bij een groot bedrijf als Lowe's staat altijd goed op je CV. Kortom, als we willen kunnen we later altijd nog proberen om richting Raleigh te verhuizen. Zo lang de kinderen nog niet aan een school zijn gebonden, kunnen we nog makkelijk alle kanten op.

Ook vakinhoudelijk is het best een uitdaging. Men wil mij voornamelijk hebben voor mijn ervaring met ITIL. Voor de niet-ingewijden: dat is een verzameling van 'best practices' om IT-organisaties zo goed mogelijk in de klauwen te houden. ITIL is al sinds begin jaren '90 zeer populair in Nederland en andere Europese landen, maar in Amerika heeft ITIL pas een jaar of 5 geleden voet aan de grond gekregen. Mensen met veel ITIL-ervaring zijn dus schaars en daar ligt mijn 'marktwaarde'. Ik heb die ervaring tot nu toe in al mijn sollicitaties benadrukt en kennelijk met succes. Lowe's wil zijn IT-organisatie verbeteren door de diverse ITIL-processen en alles wat daarbij komt kijken te implementeren. In zo'n grote organisatie met een complexe verzameling van computersystemen is dat geen geringe opgave. Kortom, een interessante klus.

Alles overwegend hebben wij vanmiddag besloten om op het aanbod van Lowe's in te gaan zodra de zaak officieel is. De champagne is nog net niet ontkurkt, maar staat wel koud bij wijze van spreken. Vervolgens kunnen we op huizenjacht en kopen we een tweede auto voor mijn woon-werkverkeer. Maar voor het zover is, gaan we dit weekend lekker even met vakantie. We hebben een huisje gehuurd in de prachtige Smokey Mountains in de zuidwestpunt van North Carolina. Vrijdag weg en maandag weer terug. Met veel zon en temperaturen rond de 30 graden (in de bergen gelukkig ietsje koeler) zal dat best lekker zijn. Kon het maar altijd vakantie zijn.

vrijdag, mei 19, 2006

Rijbewijs

Jawel, ik heb m'n rijbewijs gehaald. Natuurlijk, dat had ik al lang, maar nog niet in Amerika. Ik mag hier in North Carolina namelijk maar 60 dagen rondrijden met m'n Nederlandse rijbewijs. Om daarna ook nog legaal te kunnen rijden, moet ik over een North Carolina driver license beschikken. Helaas kun je op basis van je Nederlandse rijbewijs niet zo maar een nieuw bewijs krijgen, dus zit er niks anders op dan hier rijexamen te doen, zowel theorie als praktijk. En dat gaat er hier heel anders aan toe dan in Nederland. Geen lange wachttijden en hoge examengelden, maar gewoon naar het lokale kantoortje van het NC Department of Motor Vehicles, wachten tot je aan de beurt bent, examen doen en 28 dollar betalen voor je nieuwe rijbewijs. En het examen zelf? Dat stelt helemaal niks voor, maar dan ook echt helemaal niks.

Het theoriegedeelte bestond uit 25 multiple choice vragen. Voor een deel nogal onzinnige vragen, zoals wat voor straf je krijgt wanneer je voor het eerst wordt betrapt op rijden onder invloed of het percentage dodelijke ongelukken waarbij alcohol in het spel is. Echte vragen die gericht zijn op verkeersinzicht en het inschatten van situaties zoals je die in het Nederlandse examen tegenkomt, ontbreken geheel. Van de 25 vragen had ik er maar eentje fout (zo'n onzinvraag dus), dus lang niet gek. Ook de ogentest vormde geen beletsel, dus op naar de auto voor het praktijkgedeelte. Dat doe je dus met je eigen auto, waarvoor je wel een verzekeringsbewijs moet kunnen tonen. De examinatrice (keurig in uniform) wilde nog even de verlichting controleren en daarna vertrokken we voor een ritje. Rechtsaf, rechtsaf, 300 meter rechtdoor, linksaf, 100 meter rechtdoor, straatje keren, 100 meter rechtdoor, rechtsaf, 300 meter rechtdoor, linksaf, linksaf en klaar was Kees. Dit was letterlijk de hele route. Binnen 3 minuten waren we weer terug op het parkeerterrein en was ik met vlag en wimpel geslaagd. Voorwaar een prestatie van formaat, waar ik bijzonder trots op ben en die jullie vooral niet moeten onderschatten :-)

zaterdag, mei 13, 2006

Keek op de week

Het was een druk weekje, dus weinig tijd om wat te schrijven. Nu dus maar even een korte terugblik. Een 'Keek op de week' zouden Koot en Bie dat noemen.

Maandag 8 mei hadden we wat te vieren. Het was die dag precies 6 jaar geleden dat Christine en ik elkaar eeuwige trouw beloofden in Kasteel Dussen. Dat moesten we natuurlijk een beetje feestelijk gedenken, dus zijn we met z'n viertjes uit eten geweest. Nee, niet 's avonds, maar 's ochtends: een uitgebreid ontbijt bij Cracker Barrel in Statesville. Dat is een leuke keten van restaurants in country-stijl. Bij elk restaurant zit ook een winkeltje, waar je allerlei country-spullen en snuisterijen kunt kopen. Op de veranda van Cracker Barrel staat altijd een hele rij schommelstoelen (ook te koop), waar je leuk kunt zitten. En het eten is er best, ook voor het ontbijt. Ik had voor 7 dollar een summerspecial bestaande uit American pancakes met aardbeien en slagroom, roerei, spek en hashbrowns (een soort rösti). Heerlijk, maar wel veel, dus heb ik het maar gedeeld met Christine die een meer bescheiden maaltijd had besteld. Het was allemaal erg lekker en erg gezellig en bovendien weer eens wat anders. In Nederland zul je niet gauw een restaurant vinden waar je kunt ontbijten, maar hier is dat heel gewoon.




De volgende dag hebben we maatregelen genomen om de gevolgen van onze culinair uitspatting te beperken dan wel ongedaan te maken. We gingen naar het YMCA-fitnesscentrum in Statesville om ons even fysiek in te spannen. Wij zijn daar pas lid geworden, maar hadden nog geen rondleiding gehad van alle apparaten. Nu dus wel, zodat we voortaan verantwoord met de gewichten en apparaten kunnen stoeien. Er is daar trouwens van alles. Fitnessmachines, spinning, hometrainers, een zwembad, een basketbalveld en nog een paar dingen. De prijzen zijn heel schappelijk en bovendien is er kinderopvang. Ideaal dus; terwijl wij aan het sporten zijn hoeven we ons geen zorgen te maken over de kids. Die zijn in goede handen. Bij fitnesscentra zoals deze hangt ook niet zo'n macho-sfeer zoals bij veel fitnesscentra in Nederland en dat is wel zo prettig.

Van al dat sporten wordt je moe dus tijd om op woensdag weer even rustig aan te doen. Maar ja, het gras moest hoog nodig worden gemaaid en met duizenden vierkante meters aan groene zoden is dat een flinke klus. Gelukkig is daar een passende oplossing voor: een tractormaaier. Heerlijk rondjes rijden dus op zo'n klein tractortje, een groen-met-gele John Deere. Misschien schuilt er wel een echte boer in mij.


Na de betrekkelijke rust van woensdag, moest ik donderdag flink aan de slag om de catering honneurs voor Bill waar te nemen. Samen met zijn vriend Jimmy hebben we twee maaltijden verzorgd voor de fabriek van Elmer's, een grote producent van lijm en verfproducten. In totaal moesten er 150 hongerige monden worden gevoed; 100 in de dagploeg en 50 in de avondploeg. Dit was de beloning van hun baas voor een kwartaal zonder bedrijfsongevallen. Deze keer hadden we kip (1/4 kip per persoon) en BBQ pork op het menu staan. Het varkensvlees was al eerder klaargemaakt en hoefden we alleen maar op te warmen en van saus te voorzien, maar de kip moesten we zelf regelen. Daarvoor hebben we de grote elektrische 'cooker' van stal gehaald. Deze is voorzien van een rotisserie en van een aparte ruimte om houtsnippers in te branden, zodat het vlees een lekkere rooksmaak krijgt. Het was flink wat werk, maar het is allemaal goed gelukt. Wel opvallend trouwens dat de borden in de fabriek minstens drie keer zo vol werden geschept als bij de feestjes waar we afgelopen weekend de catering verzorgden. Vrijdagavond ben ik nog weer met Bill mee geweest om de catering te doen voor een wedding rehersal (generale repetitie) in Mount Holly bij Charlotte.



Zaterdag kwamen Christine's broer Bill (junior dus) en zijn vrouw Amy langs om een hapje mee te eten ter gelegenheid van moederdag. Dat was het natuurlijk pas op zondag, maar zo kwam het allemaal handiger uit. Christine had zich namelijk opgegeven om op zondag als vrijwilliger te helpen bij het Rockin' RibFest, een geldinzamelingsactie voor The Dove House. Dit is een organisatie in Statesville die zich richt op de opvang van en hulp aan kinderen die het slachtoffer zijn van sexueel misbruik. Een uitstekend doel dus om je voor in te zetten. Bij het jaarlijkse Rockin' RibFest draait het allemaal om muziek (Rock) en lekker eten (vooral spareRibs dus). Er wordt flink werk van gemaakt, maar helaas waren de weergoden niet helemaal coöperatief deze keer. Toch was het een geslaagd evenement en samen met Emily en Matthew ben ik er ook nog even wezen kijken toen Christine's 'dienst' er op zat.

Ja, ja, het was dus best een druk weekje hier. Een week bovendien waarin het weer hier slechter was dan in Nederland. Potjandorie! Ook is het de week waarin ik mijn 'greencard' (de permanente verblijfsvergunning) en m'n Social Security nummer ontving, zodat alle administratieve hobbels rond de emigratie nu overwonnen zijn. Bovendien kreeg ik afgelopen vrijdag de eerste uitnodiging voor een sollicitatiegesprek. Wie weet komt er wat moois uit. In ieder geval is het goed om wat ervaring op te doen met sollicitatiegesprekken hier, dus dat is altijd mooi meegenomen.

zaterdag, mei 06, 2006

Politiek en oorlog

Vrijdag en zaterdag stonden voor mij in het teken van politiek en oorlog. Meestal hebben die twee veel met elkaar te maken, maar in mijn geval was er geen direct verband. Laat ik met de politiek beginnen. Schoonpa Bill had een paar cateringklussen waarbij zijn vriend Jimmy en ik hem heb geholpen. Zo kan ik me een beetje inwerken voor donderdag, wanneer Bill afwezig is en er toch zo'n 150 hongerige fabrieksarbeiders moeten worden gevoed. Vrijdagavond verzorgden we de maaltijd (barbecue pork met toebehoren) bij een Republikeins feestje. De Republikeinse kandidaat voor de functie van Register of Deeds (zeg maar de lokale baas van burgerlijke stand en kadaster) gaf een feestje bij hem thuis om mensen te bedanken voor de inzet voor zijn herverkiezingscampagne. De locatie was mooi, een net huis, kitscherig ingericht als een poppenhuis in Victoriaanse stijl, bovenop een heuvel met een lange oprijlaan. Alleen het weer werkte niet helemaal mee, maar gelukkig pasten er flink wat tafels in de garage. De pakweg 80 gasten hebben zich volgens mij best vermaakt. Velen brachten hun eigen klapstoeltjes en een zelfgemaakt dessert, dus toen wij ook aan de beurt waren om zelf te eten heb ik nog lekker van de nodige desserts kunnen proeven.

Zaterdagavond was het de beurt aan de Democraten voor een feestje. Een lokale politieman had zijn tuin beschikbaar gesteld voor een campagnefeestje van de ex-sheriff van Alexander County, die probeert een zetel te bemachtigen in het parlement van North Carolina. Het evenement was bedoeld om iedereen een hart onder de riem te steken voor de campagne en aan te moedigen voor de werving van de benodigde fondsen. Er zullen zo'n 120 gasten zijn geweest en het hele tafereel van klapstoeltjes en meegebrachte desserts was identiek aan de voorgaande dag, alleen het percentage geparkeerde Cadillacs was lager dan bij de Republikeinen. Deze keer was het prachtig weer en dus aangenaam vertoeven in de prachtige tuin (mede dankzij de wederom bijzonder lekkere desserts ... yummy). Aardig detail is nog dat de gastheer achter zijn huis een stal heeft met daarin onder meer twee originele Friese paarden. Je weet wel, van die prachtige, grote zwarte knollen. Een paar jaar terug zijn er vier van die paarden door een rijke meneer aan de politie van North Carolina geschonken, waarvan er dus twee hier in Alexander county en twee elders worden verzorgd. De vier paarden worden ingezet bij begrafenissen van bijvoorbeeld politiemensen die bij hun werk het leven laten. Ze trekken dan met z'n vieren een affuit met daarop de lijkkist.

Het was best interessant die politieke feestjes zo mee te maken. Er wordt volop genetwerkt en het is allemaal zeer informeel. Op lokaal niveau blijkt het overigens minder belangrijk te zijn of iemand Republikein of Democraat is. Het gaat veel meer om de kwaliteiten en persoonlijke contacten van de betreffende kandidaat. Zo was het opvallend dat ik sommige gezichten op beide feestjes tegenkwam en dat bijvoorbeeld de Democratische burgemeester van Taylorsville present was op het partijtje van de Grand Old Party (GOP), zoals de Republikeinse partij ook wel bekend staat.

Nu dan de berichtgeving vanaf het slagveld. Jawel, het was hier een slagveld gisteren en wij waren er ook. Om precies te zijn ging het om een Civil War Reenactment. Daarbij worden gevechtshandelingen uit de Amerikaanse burgeroorlog nagespeeld. Alles gaat dan even een kleine anderhalve eeuw terug in de tijd. De bloedige Civil War die het land verdeelde, duurde van 1861 tot 1865. De strijd ging tussen de 11 zuidelijke staten die zich van de United States hadden afgescheiden en gezamenlijk de Confederacy vormden en de resterende 23 noordelijke staten die samen de Union vormden. De precieze aanleiding voor het conflict is complex en nog steeds onderwerp van discussie. De economie in het zuiden dreef in die tijd vooral op grote katoen- en tabaksplantages die draaiden op slavenarbeid, terwijl het noorden zich snel aan het ontwikkelen was tot een welvarende industriële grootmacht waarbij slavernij al lang was verdwenen. In het zuiden (9 miljoen inwoners, waarvan 4 miljoen slaven) voelde men zich overvleugeld door het noorden (21 miljoen inwoners) en men was al helemaal niet gediend van bemoeienis door de federale overheid met het reilen en zeilen in de afzonderlijke staten. Ook van de plannen van de noorderlingen onder leiding van president Abraham Lincoln om de slavernij in het hele land af te schaffen, moest men niets hebben. Dat zou immers een flinke strop betekenen voor de grote plantages met hun rijke eigenaren en voor de zuidelijke economie en macht als geheel. Zie daar, een voedingsbodem voor conflict. Op 21 juli 1861 leidde de slag bij Bull Run de gewapende strijd in. Een strijd die zou duren tot medio 1865, toen de confederale legers zich één voor één overgaven. De balans: 360.000 doden in het noorden en 258.000 in het zuiden, maar de United States of America als staatkundige eenheid had het overleefd.

Ondanks de nederlaag, wordt de herinnering aan de Civil War in het zuiden nog steeds zeer levend gehouden. Er zijn diverse verenigingen voor afstammelingen van confederale soldaten en elk jaar zijn er op talloze plaatsen herdenkingen en reenactments. Die sterke traditie heeft veel te maken met het feit dat de meeste veldslagen uit de oorlog in de zuidelijke staten plaatsvonden en dat vrijwel elke familie in het zuiden slachtoffers te betreuren had. Bovendien voelen veel zuiderlingen nog steeds een zekere trots voor de standvastige wijze waarop hun voorouders streden voor de zaak waarin zij geloofden. Aan deze Civil War-traditie zit zeker de laatste jaren wel een controversieel tintje, met name door het gebruik van de confederale vlag, ook wel bekend als de Rebel Flag. Met name voor veel gekleurde Amerikanen staat deze vlag symbool voor de slavernij (die immers door de zuidelijke staten werd verdedigd) en voor de raciale spanningen die daarop volgden en die in enige mate nog steeds aanwezig zijn. In veel gevallen wordt de confederale vlag zuiver uit historisch bewustzijn gebruikt, maar er zijn beslist ook racistische individuen en groepen (zoals de Ku Klux Klan) die de vlag misbruiken voor hun eigen doeleinden.



Hoe dan ook, Civil War Reenactments horen bij het zuiden en het was dan ook best leuk om eens zo'n happening te zien. Het was kleinschalig, maar men had er een hoop werk van gemaakt. Veel van de soldaten zagen er qua haardracht en baard uit alsof ze zo uit de echte burgeroorlog waren overgekomen. Uiteraard was er wat geknal van geweren en een kanon en er liepen dames rond in kleding uit de zestiger jaren van de 19e eeuw. De foto's spreken verder voor zich. Al met al mag ik wel stellen dat ik me dit weekend royaal heb ondergedompeld in de leefwijze en cultuur van "The South". Daar kan geen inburgeringscursus tegenop.

woensdag, mei 03, 2006

Bellen met India

Vandaag en gisteren ben ik in de weer geweest om een geschikte werkplek in te richten in de ruimte achter de garage, zodat ik ongestoord het internet kan afstruinen naar een baan en nog wat andere zakelijke initiatieven kan ontplooien. Daarvoor moet ik dan wel een internetverbinding hebben, dus wilde ik even een draadloos netwerk opzetten, want een netwerk met draadjes was voor deze locatie geen optie. Op dus naar de BestBuy voor een 'wireless router' en dan zou het zo gepiept zijn, dacht ik. Niet dus. Om een lang en technisch verhaal kort te maken, vergde het alles bij elkaar een tweede ritje naar de BestBuy om de gekochte router om te ruilen voor een andere en meer dan anderhalf uur bellen (voor beide routers) met India om eindelijk de zaak aan de praat te krijgen.

Bellen met India? Ja, met India. Veel bedrijven hier in Amerika hebben hun klantenservice uitbesteed naar India, gewoon bereikbaar via een Amerikaans telefoonnummer. India met z'n meer dan één miljard inwoners barst van de hoog opgeleide en goedkope arbeidskrachten, die bovendien de Engelse taal goed machtig zijn. Er is alleen wel een probleem. Wel eens een Indiër Engels horen praten? De meesten zijn nauwelijks te verstaan, net als Fransen die Engels spreken, dat is ook geen porum. Ik weet niet wat het is, maar volgens mij ligt het aan de combinatie van uitspraak, toon en snelheid van spreken. Tjemig, wat waren die telefoontjes met India lastig. Om de haverklap was ik de draad kwijt en soms moest ik ze wel een paar keer vragen om iets te herhalen voordat ik er een touw aan vast kon knopen. In Nederland is dit volgens mij een onbekend fenomeen; er zijn nou eenmaal weinig Indiërs die Nederlands spreken dus vallen dit soort diensten moeilijk uit te besteden.

Maar goed, alles werkt nu naar behoren en ik heb nu dus een fatsoenlijke werkplek. Nou ja, het is nog niet helemaal zoals in Nederland met al m'n mooie Ikea-kantoormeubeltjes, m'n luxe bureaustoel en m'n strakke laminaatvloer. Ik zit hier dus aan een plastic opklaptafel, omringd door koelboxen, coolers, wegwerpservies, warmhoudschalen, tientallen liters homemade barbecuesaus (toevallig wel de lekkerste ter wereld) en vrieskasten vol met biefstuk en varkensschouders. Yep, dit is het domein van m'n schoonvader waar hij al z'n BBQ-cateringbenodigdheden heeft staan. Het is weer eens wat anders dan een thuiswerkplek volgens ARBO-richtlijnen. Voorlopig kan ik er in ieder geval prima uit de voeten.

Twee dagen terug kregen we bericht dat onze container vertraging heeft. Eigenlijk zou die al op 27 april de Rotterdamse Waalhaven verlaten, maar de MSC Marta had flinke vertraging opgelopen tijdens de reis naar Rotterdam en kwam dus veel te laat binnen. De container zal nu pas vandaag - 3 mei - vertrekken en wel aan boord van de MSC Tokyo. Gelukkig maar dat we geen haast hebben. Wat in de tussentijd trouwens wel plezierig is (tenminste voor ons), dat is de ontwikkeling van de dollarkoers. Toen we in eind april een zak euro's omwisselden voor dollars, kregen we ruim $1,21 per euro. Nu is dat dik $1,26! Zo gunstig heeft de dollar in tijden niet gestaan. We gaan dus maar weer wat wisselen en hopen voor het restant van ons eurokapitaal dat de koers zo blijft of misschien zelfs nog beter wordt. Dat blijft toch koffiedik kijken. Hoe dan ook, dit levert al gauw 2000 dollar extra op zonder dat we er iets voor hoeven te doen. Dat is prettig, zeker nu we bij de laatste trekking van de Staatsloterij op Koninginnedag verdorie weer geen miljonair zijn geworden. Het is toch wat.