Lekker luieren en zwaar zwoegen
Het was heerlijk. Even lekker een lang weekend weg naar de prachtige Great Smokey Mountains aan de westelijke rand van North Carolina. We hadden een huisje gehuurd in het Twin Brook Resort in Maggie Valley, omring door reusachtige bomen en metershoge rhododendrons. Een snelstromend beekje pal voor de veranda zorgde daarbij voor het nodige rustgevende achtergrondgeluid. Het was behoorlijk druk in Maggie Valley, mede door twee evenementen voor berijders van Harley Davidsons en Chevrolet Corvettes. Maar ook talloze andere Amerikanen waren er dit weekend op uit gegaan. Maandag was het hier namelijk Memorial Day, de dag waarop gevallenen uit de diverse oorlogen worden geëerd en dat is voor de meeste mensen een vrije dag.
Zaterdag brachten we een bezoekje aan Waynesville, een ietwat artistiek dorpje met allerlei leuke winkeltjes, gevolgd door een ritje over de Blue Ridge Parkway, de prachtige bergweg door de Smokeys. Zondag gingen we naar Cherokee, het centrum van het reservaat van de gelijknamige Cherokee-indianen. Er is daar van alles te doen, allemaal heel toeristisch. Wij beperkten ons tot een bezoekje aan Oconaluftee Village, een soort openluchtmuseum over het leven van de Cherokees van zo'n 250 jaar geleden. Best leuk om te zien. Daarna opnieuw een stukje Blue Ridge Parkway gereden, ditmaal met een korte picknick. Het is een magnifiek groen landschap om doorheen te rijden. De bergen zijn hier doorgaans zo'n 1200 tot 1800 meter hoog en zijn dicht begroeid met loofbomen. Echt prachtig mooi.
Verder hebben we het lekker rustig aan gedaan en hebben Emily en Matthew de nodige tijd doorgebracht in de speeltuin van het resort. De rit van het huisje naar de speeltuin (en weer terug) ging per bolderkar. Dat was heerlijk ontspannen voor de beide boefjes alleen wat minder voor papa; heuvel op en heuvel af kun je goed voelen wanneer je zo'n vol beladen bolderkar moet trekken. Vlakbij het resort kwamen we nog een paar beren tegen, waarvan we er één hebben gekocht voor in onze toekomstige tuin. De beren waren door een lokale artiest geheel met een kettingzaag uit een stuk boomstam vervaardigd. De kids konden het beest ook wel waarderen en gaven hem de nodige knuffels op z'n snuit.
Maandag zijn we teruggekeerd naar Stony Point, want er was werk aan de winkel. De container met onze spullen zou namelijk de volgende dag arriveren bij onze opslagplaats in Statesville. Met de hulp van Jimmy (een vriend van Bill) en twee dagloners die ik bij een opvangcentrum voor daklozen had ingehuurd, hebben we het hele ding in goed anderhalf uur leeggehaald en alles in de opslagunit gepropt. Het was een zware klus, niet in de laatste plaats dankzij de meedogenloze zon die het kwik tot bijna 35 graden had opgestuwd (om maar te zwijgen van de temperatuur in de container). Het is beslist een prettig idee dat al onze spullen nu hier zijn in veilig in de opslag staan. Alleen het vooruitzicht dat we de hele zooi er binnenkort weer uit moeten halen om naar onze nieuwe residentie te verhuizen is wat minder, maar goed.
Vandaag gaan we op huizenjacht. We hebben 4 huurwoningen in de omgeving van Wilkesboro op het oog en gaan daar dus een kijkje nemen. Verder moet ik vandaag de hele papierwinkel voor m'n nieuwe baan bij Lowe's invullen. Alles is nu officieel en het wachten is nu nog slechts op het doorlopen van de diverse controles: antecedentenonderzoek, drugtest, en dergelijke. Het heeft beslist meer voeten in de aarde dan in Nederland om ergens in dienst te treden. Naar verwachting kan ik 12 juni aan het werk. Nog heel even een klein beetje vakantie dus.