zondag, april 30, 2006

De laatste week

Inmiddels zit ik weer in North Carolina. Sinds vrijdag om precies te zijn. Hoog tijd om weer eens even een verhaaltje in te kloppen met een terugblik op mijn laatste week in Nederland. Om te beginnen werd op maandag de container opgehaald. Best een raar gezicht om die container met al onze spullen de straat uit te zien rijden. Als het goed is, arriveert het hele spul op 17 mei bij onze opslagplaats in Statesville. Kort nadat de container weg was, trok ik voor het laatst de deur van ons huis achter me dicht. Het laatste schoonmaakwerk en enkele kleine reparaties waren inmiddels klaar en het huis was dus gereed voor de volgende bewoners. Die kregen de sleutel de volgende dag, dus sinds dinsdag zijn we officieel 'dakloos'.

De rest van de week heb ik naast wat administratief geregeld vooral besteed aan leukere dingen. Brigitte en Lie (zondag) en Ronald en Caroline (dinsdag) hadden me uitgenodigd om te komen eten, dus dat was gezellig en ook heel erg lekker. Maandag ging ik squashen en eten met Wilco en Ivo. Vroeger leefden we ons wekelijks uit op de squashbaan, maar door verhuizing van Ivo, blessures van Wilco en de komst van onze kindertjes, was het inmiddels al meer dan anderhalf jaar geleden dat we voor het laatst een balletje hadden gemept. En dat was te merken. Het niveau was niet meer wat het was en de vermoeidheid sloeg genadeloos toe. Maar het was wel lekker om me weer eens op zo'n manier af te matten. Eén ding was nog net als vroeger: ik kan nog steeds niet van Ivo en Wilco winnen. Ach, je kunt niet alles hebben hè?

Woensdagmiddag ben ik met m'n neefjes Ivar en Bjarne op stap gegaan. Eerst lunchen bij McDonalds, want dat is gegarandeerd succes bij ze. Daarna gingen we naar wetenschapsmuseum Nemo in Amsterdam en ook dat was erg leuk. Hoewel veel dingen meer op oudere kinderen zijn gericht, was er toch genoeg te beleven voor twee ventjes van bijna 8 en bijna 5 jaar oud. Zoals de supergrote zeepbellen (zelfs zo groot dat je er zelf binnenin kon staan), de hut die ze zelf konden bouwen, de waterbaan waarin ze het water naar een schoepenrad konden leiden om stroom op te wekken en nog veel meer. Alle indrukken waren kennelijk vermoeiend voor ze, want terwijl we ons door de avondspits terug naar Zoetermeer worstelden, vielen ze als een blok in slaap. Na een hapje eten bij m'n zus en zwager was het tijd om ook van hen afscheid te nemen. De avond daarna trakteerde ik m'n vader en Tonny op een etentje bij de Thai. Een gezellige afsluiting van deze enerverende week.

Vrijdagochtend stond de taxi al om 6 uur voor de deur. Met twee volle koffers plus handbagage toog ik richting Schiphol om met Continental Airlines via Newark Airport bij New York naar Charlotte te vliegen. In het vliegtuig raakte ik al snel in gesprek met de dame naast mij die met haar man en kinderen op vakantie ging in Florida. "Ga je ook op vakantie?" "Nee, ik ga verhuizen." "Waar woonde je tot nu toe in Nederland?" "In Zoetermeer." "Oh, toevallig, daar wonen wij ook. En in welke wijk?" "Ik woonde in Noordhove." "Da's helemaal toevallig, wij wonen ook in Noordhove." We praatten nog even verder, ook over het werk dat ik deed en het zoeken van een baan in Amerika. "Ik werk als overblijfjuf bij basisschool De Baanbreker in Noordhove. Ken je die?" "Ja, die ken ik. Daar zitten mijn neefjes op school." "Echt waar? Misschien ken ik die dan wel." "Ze heten Ivar en Bjarne", zei ik. "Ja, die ken ik! Wat een lieve kinderen zijn dat." Tsja, de wereld is klein. Na haar vakantie zal ze Ivar en Bjarne de groeten van mij doen.

Mijn hele reis verliep voorspoedig en ik kwam zelfs iets voor de geplande tijd in Charlotte aan. Ik moest zelfs nog even wachten voordat Christine en de kinderen er waren. Maar eindelijk zag ik ze dan aan komen lopen. De kinderen liepen voor mama uit en Christine hield ze 'in bedwang' met een soort riem en een tuigje. Reuze handig wanneer je op zo'n drukke plek loopt. Ik riep ze en al snel zagen ze me. Matthew kwam als eerste op me af rennen. "Papa" riep hij en met z'n armen wijd gespreid liet hij zich tegen me aanvallen voor een grote knuffel. Emily was wat terughoudender, maar die voelde zich dan ook niet zo lekker. Christine had haar 's nachts om 2 uur zelfs naar de eerste hulp (waar oma werkt) in het ziekenhuis in Statesville gebracht, aangezien ze meer dan 40 graden koorts had. Emily bleek een oorontsteking te hebben, maar inmiddels gaat het weer de goede kant op.

Komende week zullen we het nog wel rustig aan doen, maar daarna zullen we natuurlijk meer en meer moeten gaan werken aan het opbouwen van een nieuw bestaan. Het vakantiegevoel zal langzaamaan verdwijnen om plaats te maken voor de realiteit van de immigrant. Wij hebben er in ieder geval zin en vertrouwen in.

zaterdag, april 22, 2006

Inpakken en bijna wegwezen

Donderdag kwam ie al, een dag eerder dan gepland: de container. Na een telefoontje begin van de middag of ze 'm nu al konden brengen, stond ie drie kwartier later voor de deur. Snel had ik nog even een buurvrouw gevraagd om haar auto te verplaatsen, zodat de chauffeur van Van Uden Transport alle ruimte had om het gevaarte precies voor onze deur neer te zetten. Vrijdag heb ik samen met zwager Eric het laatste inpakwerk gedaan en nog wat meubilair gedemonteerd. Ook hebben we de container van binnen geïnspecteerd en van een grondzeiltje voorzien. De hamvraag bleef natuurlijk of het allemaal wel zou passen, maar van lieverlee groeide mijn vertrouwen dat dat wel zou lukken. Vrijdagnacht logeerde ik dus voor het eerst bij m'n vader. Ons eigen huis was nu echt onbewoonbaar verklaard.

Vandaag was het dan de grote dag. Om 9 uur verschenen de hulptroepen: Ronald, Caroline, Willem, Wilco, Eric en neefje Bjarne. We begonnen in een rap tempo met alle zware dozen. Ronald en Eric zorgden voor het stuwen van de lading en de rest zorgde voor de aanvoer. Het liep echt als een trein, natuurlijk mede dankzij de catering van papa die voor drank en hapjes zorgde om het moreel op peil te houden. In iets meer dan drie uur zat alles in de container, goed vastgesjord en voorzien van een afdekzeil en vochtvreters. Ruim sneller dan verwacht en zelfs het bankstel paste dus, iets waar we vooraf nog niet zo zeker van waren. Sterker nog: er kan nog wel een paar kuub bij. Maar nee, ik ga nu niet meer shoppen om 'm vol te krijgen. Het is mooi zo. Dank aan alle helpers dus.




's Middags ben ik dan maar begonnen met het op orde brengen van het huis. Haakjes en schroeven uit de muur, nog wat rommel afvoeren, een paar kleine reparaties en de boel een beetje schoonmaken. Het hoeft natuurlijk niet allemaal blinkend schoon te zijn. Wat ik in ieder geval niet zal schoonmaken is de glazen tussendeur in de hal. Ineens zag ik ze daar op het glas: de hand- en mondafdrukken van Emily en Matthew. Vaak stonden ze daar tegen het glas gedrukt als papa of mama wegging, of soms elk aan één kant van de deur, lachend naar elkaar te kijken. Nee, die afdrukken blijven mooi nog even zitten. Ze horen bij het huis en maken dat het nog een beetje voelt als 'ons huis' ook al is het nu verder maar een kale boel.

Nog een kleine week en dan vlieg ik weer naar North Carolina. Eindelijk weer bij Christine en de kids. Ik mis ze behoorlijk en zal blij zijn als ik weer bij ze ben. Gelukkig houdt Christine me goed op de hoogte van wat er allemaal gebeurt. Het is er nog steeds aangenaam weer dus de kinderen kunnen lekker veel buiten spelen. Ook stuurde Christine een mailtje met de verontrustende titel 'Accident'. Ze schreef dat ze een aanrijding had gehad met de nieuwe auto, maar dat zij en de kinderen het allemaal goed maakten. Een jonge man die uit een zijstraat kwam had onze auto kennelijk niet opgemerkt en was prompt tegen de voorbumper aangeknald .....


Gelukkig maar, dat het allemaal goed is afgelopen. En verder heb ik zo het idee dat ze zich alledrie uitstekend vermaken.

maandag, april 17, 2006

Terug in Kikkerland

Vanochtend in alle vroegte ben ik op Schiphol geland. Terug in ons Kikkerlandje dus en na twee dagen van 30 graden viel dat best even tegen. De vlucht vanuit Charlotte, NC via New York verliep voorspoedig. Het reist een heel stuk makkelijker zonder kleine kinderen. Ik zal hen en Christine de komende 12 dagen moeten missen. Vervelen zal ik me echter niet: over één week moet het hele huis leeg zijn. Ook voor Christine zullen het drukke dagen zijn, aangezien ze helemaal alleen voor de kinderen zal moeten zorgen. Oma moet vandaag weer aan het werk want Amerika doet niet aan 2e Paasdag en al helemaal niet in de Emergency Room waar zij werkt. Die draait uiteraard altijd door. Ben benieuwd hoe het allemaal zal gaan. Oma werkt namelijk 's nachts en slaapt dan overdag, dus eigenlijk zouden de kinderen dan heel stil moeten zijn. Ik vermoed dat dat niet gaat lukken met die twee kleine druktemakers.

woensdag, april 12, 2006

En hier wonen we dan

Gisteren heb ik maar eens wat plaatjes geschoten van het huis waar we nu wonen. En natuurlijk hoort daar ook weer een verhaal bij. Het huis van Bill en Joyce staat op een stuk grond dat enkele generaties in de familie van Bill's moeder is geweest. Het oorspronkelijke perceel was veel groter, maar is door vererving en verkoop helemaal versnipperd en buiten de familie geraakt. Het perceel ligt ongeveer anderhalve kilometer buiten de dorpskern van Stony Point. Nou ja, voor zover je van een dorpskern kunt spreken. Stony Point is een uitgestrekt gehucht met een kleine 1400 zielen op bijna 8 vierkante kilometer. Van een bebouwde kom kun je nauwelijks spreken. Dwars door Stony Point loopt Highway 90, een doorgaande hoofdweg, met direct daarnaast een spoorlijn waar twee keer per dag een goederentrein met een slakkengang overheen rijdt: 's ochtends heen en 's middags terug.

Toledo Street waar wij nu wonen, is een onverharde zijweg van Highway 90. Het eerste huis aan deze weg, opgetrokken in rode baksteen, was vroeger van Frank Crouch, de overgrootvader van Christine. Frank had hier zijn boerenbedrijf. Begin jaren '80 verhuisden Christine's opa en oma, Bud en Mildred, van Toledo in Ohio naar North Carolina, waar haar opa eigenhandig een huis naast dat van zijn schoonvader Frank bouwde. Rose en George, boezemvrienden van Bud en Mildred verhuisden mee uit Toledo en werden hun buren aan de andere kant. Toen de onverharde weg eenmaal een naam moest krijgen, was die gauw bedacht: Toledo Street, naar de herkomst van het merendeel van de bewoners. Kort na de verhuizing van haar opa en oma, verhuisde Christine met haar ouders en broer eveneens van Toledo naar Stony Point. Hun huis stond een kleine kilometer verderop. Gedurende de laatste jaren van oma Mildred's leven woonde Christine bij haar in en zorgde voor haar. Na oma's dood bleef Christine er wonen tot ze naar Nederland kwam. Niet lang daarna zijn haar ouders in het huis getrokken en die wonen er nu nog en wij nu dus ook.


Het huis staat op ongeveer een hectare eigen grond, beginnend bij de spoorlijn en eindigend bij een beekje en een bomenrij. In de voortuin staan wat bomen en een vlaggenmast met daaraan niet alleen de Amerikaanse, maar ook de Nederlandse vlag. Het huis is naar Amerikaanse maatstaven eenvoudig. Het is geheel gebouwd van hout, heeft een veranda aan de voorkant en een carport voor twee auto's aan de zijkant. De woonkamer is groot (dankzij een verbouwing enkele jaren terug) en naast de keuken zijn er nog een bijkeuken en een eetkamer. Er zijn drie slaapkamers van bescheiden omvang en twee badkamers, één met een douche en één met een ligbad.


Aan de achterkant is een stuk omheinde tuin, waar nu het speelparadijs voor Emily en Matthew is ingericht. Ook staat daar de whirlpool, dus we kunnen 's avonds heerlijk buiten 'bubbelen' onder een prachtige sterrenhemel. Aan de andere kant van het omheinde gedeelte staat een grote garage annex atelier. Het atelier werd vroeger door oma Mildred gebruikt, onder andere om te schilderen; nu is het een bergruimte. In de garage past beslist geen auto meer; die staat namelijk vol met gereedschap en materialen van Bill. Op het achterste, lager gelegen deel van het perceel staat sinds enkele jaren een grote loods, waar Bill zijn kolossale barbecues, aanhangers en dergelijke parkeert. Op de foto met de loods zijn ook onze nieuwe auto en de oude Jeep van Christine te zien.


Onze nieuwe woonomgeving is duidelijk niet te vergelijken met de oude woonomgeving in Zoetermeer. Van een rijtjeshuis op 221 vierkante meter grond in een nieuwbouwwijk van een flinke stad naar een vrijstaand huis op een enorm terrein in een landelijke entourage. Beide hebben zo hun voor- en nadelen, maar voorlopig houden we het op onze nieuwe stek prima uit. Zeker wanneer de kinderen zo lekker onbezorgd buiten kunnen spelen, heerlijk in het zonnetje bij temperaturen ruim boven de 20 graden. Het is hier lekker.

dinsdag, april 11, 2006

We zijn er!

Zo, eindelijk weer even tijd voor een verhaaltje. De afgelopen dagen was daar geen gelegenheid voor. We waren druk bezig met koffers en verhuisdozen inpakken, afscheid nemen en natuurlijk onze vliegreis naar Amerika. Maandagochtend om 9 uur stond de taxibus voor de deur om ons naar Schiphol te brengen. Het was het begin van een voorspoedige, maar wel zeer vermoeiende reis. Onze vlucht vertrok pas om 1 uur 's middags, veel later dan de meeste vluchten naar Amerika die al in de loop van de ochtend opstijgen. Dit betekende niet alleen een evenredig latere aankomst, maar ook dat Emily en Matthew veel meer van slag waren dan bij de vorige reis naar Amerika. Nu schoot namelijk hun ochtenddutje erbij in en dat was tijdens de vlucht best te merken. Toch vind ik dat ze zich best goed hebben gehouden en de helpende hand van oma bracht ons zeker verlichting.

Geheel volgens schema landden we in Cincinnati, waar ik de mysterieuze bruine envelop moest inleveren die ik van het consulaat had meegekregen. Terwijl we de bagage van de band haalden, werd mijn visum verwerkt en na een paar handtekeningen en vingerafdrukken was het vlot voor elkaar. Ik mag me nu een 'permanent resident' van de United States noemen. De volgende vlucht bracht ons naar Charlotte, de grootste stad van North Carolina. Daar wachtte Bill (Christines vader) ons op met een grote gehuurde bus om ons naar huis te brengen. We zaten er aardig doorheen. Pas na 11 uur 's avonds lokale tijd (5 uur 's ochtends Nederlandse tijd) lagen we eindelijk in bed. Helaas werd ik 4 uur later al weer wakker en dat kan ik vandaag goed voelen. Ik val zowat om van vermoeidheid.

Vanochtend hebben we dan onze nieuwe auto opgehaald nadat we eerst bij de verzekering waren langsgegaan om de wagen te verzekeren. Daarna gelijk door naar de dealer die ons heel uitgebreid tekst en uitleg gaf bij alle knopjes en foefjes van onze auto. We zijn zowat drie uur bij de dealer geweest voordat we het parkeerterrein afreden. Het ging er beslist anders aan toe dan bij een dealer in Nederland, maar het was wel leuk om dat zo eens te zien. Alles was bij deze dealer tot in de puntjes verzorgd. En kom je even langs voor onderhoud? Dan kun je meestal blijven wachten en gebruik maken van computers, internet, een koffiecorner, een speelhoek voor de kinderen en nog een aantal voorzieningen. Maar voorlopig hopen we dat allemaal niet nodig te hebben, want de wagen rijdt echt als een zonnetje. Een perfecte wagen om onszelf en onze rotzooi van A naar B te verplaatsen.

Emily en Matthew hebben vandaag lekker buiten gespeeld. Met zonnig weer en zo'n 24 graden is dat natuurlijk reuze leuk, zeker doordat opa Bill de tuin in een soort speeltuin heeft omgetoverd. Via allerlei vrienden en bekenden heeft hij het nodige speelgoed bij elkaar geregeld, inclusief een heel klim- en glijbanensysteem. Nee, de boefjes hoeven zich voorlopig niet te vervelen hier.

woensdag, april 05, 2006

Verhuisassistente

Vanochtend kwam Joyce, mijn schoonmoeder, aan op Schiphol. De komende dagen is zij onze verhuisassistente. Ze helpt ons met opruimen en inpakken en met het entertainen en overvliegen van ons kroost. Haar vlucht verliep voorspoedig; ze landde ruim drie kwartier vroeger dan gepland. Ik hoop dat onze vlucht straks ook zo soepel verloopt. Of dat ook zo zal zijn, valt helaas nog te bezien. Wij vliegen komende week met Delta Airlines, één van die grote maatschappijen met forse financiële problemen. Al geruime tijd terug heeft Delta surséance van betaling aangevraagd en uiteraard is men fors aan het snijden in de kosten. Eén van de kostenposten waar het mes in gaat, is het salaris van de piloten. Daarover wordt nu al maanden gebakkeleid, maar een oplossing lijkt nog niet in zicht. Sterker nog, gisteren hebben de piloten besloten om zo nodig op korte termijn te gaan staken. Concreet betekent het dat zodra de pilotenvakbond het idee heeft dat de onderhandelingen vastlopen, men de boel zonder pardon kan plat leggen. En daar zitten wij natuurlijk niet op te wachten. We volgen het nieuws over dit conflict dus met argusogen en hopen er maar het beste van.