We blijven bezig
Soms komt het er maar niet van om een verhaaltje voor de weblog te schrijven. Ik maak momenteel regelmatig lange dagen op het werk; er zitten belangrijke mijlpalen voor mijn project aan te komen en dan is de druk extra groot. Thuis zijn we nog volop bezig om het hele huis op orde te brengen. Elke avond proberen we iets te doen, al hangen we maar een paar foto's op boekenplankjes op. Dit weekend hebben we de hele garage opgeruimd en voorzien van een stellingkast en een paneel vol met gaatjes (peg board genaamd) waaraan je allerlei handige haakjes kunt hangen voor de meest uiteenlopende spullen. En natuurlijk moet er wekelijks gras worden gemaaid en dat is hier een flinke klus, vooral door de helling in de voortuin, de oneffenheden en de vele bomen. Je bent er zomaar anderhalf uur mee zoet als je het netjes doet. Deels met de tractormaaier (een wat ouder exemplaar dat we van Christine's ouders hebben gekregen) en deels met de gewone motormaaier. Pas heb ik eens de hele voortuin gemaaid met die motormaaier, maar dat was geen goed idee. Afgepeigerd was ik, dankzij de hitte en de helling, die ineens nog stijler lijkt dan ze werkelijk is wanneer je zo'n grasbrommer voortduwt. Voortaan dus toch maar weer met de tractor.
Sinds kort hebben we ook een weed eater, een onkruideter dus, waar je in Nederland de plantsoenendienst wel eens mee ziet lopen. Zo'n lange stok met een lawaaierig tweetakt-motortje aan de ene kant en een afgeschermd, snel ronddraaiend nylon draadje aan de andere kant. Een echt moordwapen, bepaald niet comfortabel in het gebruik, maar wel effectief in het neermaaien van elk stuk ongewenst groen. Ook een bladblazer (eveneens tweetakt) is aan de collectie tuingereedschap toegevoegd, want ook die komt hier goed van pas. Gek eigenlijk. In Nederland zou je er nooit over nadenken om zulke apparaten te kopen, want met een gemiddelde tuin ter grootte van een postzegel is daar natuurlijk geen enkele reden voor. Je zou je hele tuin in één keer verpulveren en wegblazen met zulke dingen. Maar hier zijn dergelijke apparaten hard nodig en algemeen gangbaar; in de bouwmarkt (dus ook bij Lowe's) hangen ze te kust en te keur. Vandaar dat we nu dus ook twee jerrycans met benzine in de garage hebben staan. Eén met gewone benzine (voor de beide maaiers) en één met tweetaktmix, die we zelf mengen: 1 deel tweetaktolie op 40 delen benzine. Het zijn zo van die kleine dingen waaraan je merkt dat het leven hier gewoon anders is dan in Nederland.
Nog zoiets: de post en de krant. Niks geen sleuf in de voordeur, maar een brievenbus langs de weg, voorzien van een rood plastic vlaggetje. Niet alleen om post te ontvangen, maar ook om te verzenden. Wanneer we iets willen posten, doen we dat in onze eigen brievenbus en zetten het rode vlaggetje omhoog. De postbode weet dan dat ie moet stoppen om de post op te halen, ook wanneer hij niets bij ons te bezorgen heeft. De postbode komt overigens zijn (of haar) auto niet uit. Het zijn gewone personenwagens, voorzien van een oranje zwaailicht (om het verkeer te waarschuwen voor deze langzame voertuigen), waarbij de bestuurder aan de rechterkant van de auto zit, zodat hij gewoon rechts kan rijden en zo bij alle brievenbussen kan. Soms zit ook het stuur rechts, net als in Engeland, maar niet altijd. Hoe ze dan sturen, remmen en gas geven, mag Joost weten, maar ik vermoed dat ze een extra set pedalen hebben en verder met hun linkerhand het stuurwiel bedienen. Bij lage snelheden kan dat waarschijnlijk net, maar het is vast wel even wennen. En de krant? Die gaat niet in de brievenbus, maar wordt compleet met reclamefolders verpakt in een plasticzakje dat de bezorger vanuit zijn rijdende auto zo in onze tuin of op de oprit gooit. Heel wat anders dan de Nederlandse bezorgers met hun loeizware krantentassen achterop de fiets. Huis-aan-huis reclamedrukwerk is er niet. Ik begreep dat dat verboden is. Alle reclame wordt dus of per post verstuurd of meegeleverd met de krant. De grotere kranten verschijnen trouwens 7 dagen per week, terwijl lokale leugenaartjes maar op enkele dagen verschijnen. Bij veel grote kranten kun je een goedkoper abonnement nemen, waarbij je de krant alleen elke vrijdag, zaterdag en zondag ontvangt. Dat hebben wij dus ook gedaan voor The Charlotte Observer, maar kennelijk gaat er wat mis bij de bezorging. De bezorger dumpt het ding namelijk trouw elke ochtend in onze voortuin. Zeven dagen krant dus voor drie dagen abonnementsgeld. Ons hoor je niet klagen. We blijven Hollanders, hè?